Beveiliging
Telefoon en SIM
PIN-code vragen
- Als deze optie actief is, moet u bij
inschakeling van het apparaat altijd eerst de PIN-code
opgeven. Het kan zijn dat u deze optie bij sommige
SIM-kaarten niet kunt uitschakelen. Zie ‘Uitleg van PIN- en
blokkeringscodes’ op pag. 113.
PIN-code
,
PIN2-code
en
Blokkeringscode
- U kunt de
blokkeringscode, de PIN-code en de PIN2-code wijzigen.
Deze codes kunnen alleen bestaan uit cijfers van 0 t/m 9.
Zie ‘Uitleg van PIN- en blokkeringscodes’ op pag. 113.
Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van
de alarmnummers, om te voorkomen dat u per ongeluk het
alarmnummer kiest.
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
Instrumenten
113
Periode autom. blok.
- U kunt een time-out instellen
waarna het apparaat automatisch wordt vergrendeld.
Met de juiste blokkeringscode kunt u de telefoon
ontgrendelen. Geef het aantal minuten voor de time-out
op of selecteer
Geen
als u de automatische blokkering wilt
uitzetten.
Voer de blokkeringscode in om het apparaat te
ontgrendelen.
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog
wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Tip! U kunt het apparaat handmatig vergrendelen
door op
te drukken. Er wordt een lijst met
opdrachten weergegeven. Selecteer
Blokkeer telefoon
.
Blok. als SIM gewijz.
- U kunt instellen dat om de
blokkeringscode wordt gevraagd als er een onbekende
SIM-kaart in het apparaat wordt geplaatst. Op het
apparaat wordt een lijst met SIM-kaarten bijgehouden
die worden herkend als kaarten van de eigenaar.
CUG
- Hiermee kunt u een groep mensen opgeven die
u kunt bellen of die u kunnen bellen (netwerkdienst).
Wanneer de oproepen beperkt zijn tot besloten
gebruikersgroepen, kunt u mogelijk nog wel het
geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
SIM-diensten bevest.
- Hiermee kunt u een
bevestigingsbericht laten weergeven wanneer u een
SIM-kaartdienst gebruikt (netwerkdienst).
Uitleg van PIN- en blokkeringscodes
Neem contact op met uw serviceprovider als u een van
deze codes bent vergeten.
PIN-code (Personal Identification Number) – Met deze
code wordt de SIM-kaart beschermd tegen ongeoorloofd
gebruik. De PIN-code (vier tot acht cijfers) wordt
gewoonlijk bij de SIM-kaart geleverd. Als u de PIN-code
driemaal achter elkaar foutief invoert, wordt de code
geblokkeerd. U kunt de SIM-kaart dan pas weer gebruiken
nadat de blokkering is opgeheven. Zie de informatie over
de PUK-code in deze sectie.
PIN2-code - Deze code (vier tot acht cijfers) wordt bij
sommige SIM-kaarten geleverd en verschaft u toegang tot
bepaalde functies op het apparaat.
Blokkeringscode (ook wel beveiligingscode genoemd) -
Deze code (vijf cijfers) kan worden gebruikt om het
apparaat te vergrendelen ter voorkoming van
ongeoorloofd gebruik. De fabrieksinstelling voor de
blokkeringscode is 12345. Voorkom ongeoorloofd gebruik
van het apparaat door de blokkeringscode te wijzigen.
Houd de nieuwe code geheim en bewaar deze op een
veilige plaats (niet bij het apparaat).
Instrumenten
114
PUK-code (Personal Unblocking Key) en PUK2-code -
Deze codes (acht cijfers) zijn vereist om een geblokkeerde
PIN- of PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de
SIM-kaart zijn geleverd, neemt u contact op met de
operator van uw SIM-kaart.
Certificaatbeheer
Digitale certificaten vormen geen waarborg voor de
veiligheid. Ze worden gebruikt om de oorsprong van
software te verifiëren.
Uitleg: via digitale certificaten wordt de oorsprong
van XHTML- of WML-pagina's en geïnstalleerde
software geverifieerd. Een certificaat kan echter alleen
worden vertrouwd als zeker is dat het authentiek is.
In de beginweergave van Certificaatbeheer ziet u een lijst
met de autoriteitscertificaten die in het apparaat zijn
opgeslagen. Druk op
om een lijst met persoonlijke
certificaten weer te geven, indien beschikbaar.
U moet digitale certificaten gebruiken als u verbinding
wilt maken met een online bank of een andere site of
externe server voor acties waarbij vertrouwelijke
informatie wordt uitgewisseld. Digitale certificaten
moeten ook worden gebruikt als u virussen of andere
kwaadaardige software zoveel mogelijk wilt vermijden en
er zeker van wilt kunnen zijn dat de software die u
downloadt en installeert, betrouwbaar is.
Belangrijk: hoewel het gebruik van certificaten
de risico's van externe verbindingen en de installatie
van software aanzienlijk beperkt, moet u de certificaten
wel op de juiste wijze gebruiken om te kunnen
profiteren van een verbeterde beveiliging.
De aanwezigheid van een certificaat biedt op zichzelf
geen enkele bescherming. De beveiliging wordt pas
verbeterd als de certificaten correct, authentiek of
vertrouwd zijn. Als de melding
Geldigheid certificaat
verstreken
of
Certificaat nog niet geldig
wordt
weergegeven terwijl u zeker weet dat het certificaat
geldig is, controleert u of de ingestelde datum en tijd
in de telefoon juist zijn.
Certificaatdetails bekijken - echtheid controleren
U kunt alleen zeker zijn van de identiteit van een server
als de handtekening en de geldigheidsduur van het
desbetreffende servercertificaat zijn gecontroleerd.
Als de identiteit van de server niet authentiek is of als
u niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt,
wordt een melding weergegeven op het apparaatscherm.
Als u de gegevens van een certificaat wilt controleren,
gaat u naar het certificaat en selecteert u
Opties
>
Certificaatgegevens
. Wanneer u de certificaatgegevens
weergeeft, wordt de geldigheid van het certificaat
gecontroleerd en wordt mogelijk een van de volgende
berichten weergegeven:
Instrumenten
115
•
Certificaat niet vertrouwd
- U hebt nog geen
toepassing ingesteld voor het certificaat. Zie
‘De vertrouwensinstellingen wijzigen’ op pag. 115.
•
Geldigheid certificaat verstreken
-
De geldigheidsperiode van het geselecteerde certificaat
is verlopen.
•
Certificaat nog niet geldig
- De geldigheidsperiode
van het geselecteerde certificaat is nog niet ingegaan.
•
Certificaat beschadigd
- Het certificaat is
onbruikbaar. Neem contact op met de uitgever van het
certificaat.
De vertrouwensinstellingen wijzigen
Voordat u certificaatinstellingen wijzigt, moet u
controleren of de eigenaar van het certificaat kan worden
vertrouwd en of het certificaat werkelijk van de opgegeven
eigenaar afkomstig is.
Ga naar een autoriteitscertificaat en selecteer
Opties
>
Inst. Vertrouwen
. Afhankelijk van het certificaat, wordt
een lijst weergegeven met de toepassingen die u met het
certificaat kunt gebruiken. Voorbeeld:
•
Symbian-installatie
:
Ja
- Het certificaat kan aangeven
of de oorsprong van een nieuwe toepassing voor een
Symbian-besturingssysteem betrouwbaar is.
•
Internet
:
Ja
- Het certificaat kan aangeven of servers
betrouwbaar zijn.
•
Toep.installatie
:
Ja
- Het certificaat kan aangeven of
de oorsprong van een nieuwe Java-toepassing
betrouwbaar is.
•
Online certif.controle
- Hiermee controleert u de
online certificaten voordat een toepassing wordt
geïnstalleerd.
Selecteer
Opties
>
Inst. Vertrouw bew.
om de waarde te
wijzigen.